38
Sociaal, Familiaal, Ontspanning
hemofilie is/was het moeilijker om
werk te vinden”. Bij de respondenten
van 55 jaar en ouder ligt dit percentage
op ongeveer 50%.
Met andere woorden, de jongere
generatie wordt veel minder nega-
tief beïnvloedt op zijn werk door zijn
hemofilie dan bij de oudere generatie
het geval was. Wat betreft de derde
stelling “Omwille van mijn hemofilie
doe ik nu een andere baan dan die
ik zou willen doen”, vragen we ons
af hoe de groep 18-35 jarigen hierop
antwoordt. Het blijkt dat toch 20%
aangeeft dat ze liever een andere baan
hadden willen hebben. We vragen ons
af of de keuze van de studie hierin
misschien een rol heeft gespeeld, want
zeker 48% van deze groep geeft aan het
eens te zijn met de stelling “De keuze
van mijn studies werd mede bepaald
door mijn hemofilie”. Indien we kijken
naar het niveau van opleiding van deze
groep zien we dat 36% hoger onderwijs
heeft gevolgd en 19% beroeps/tech-
nisch onderwijs. Ter vergelijking: het
landelijk gemiddelde van de personen
die een diploma hoger onderwijs
hebben behaald, ligt
op ongeveer 23% [uit:
Scholingsniveau Belgische bevolking
stijgt, 24 april 2006, (FOD Economie)].
Invloed van hemofilie op de
gezinsrelaties
Hier bekijken we de invloed van hemofilie
op het gezinsleven/op de relaties binnen
het gezin, een analyse van de antwoorden
op de drie volgende stellingen:
1.
Intraveneuze inspuitingen zijn een
zware opgave;
2.
Mijn hemofilie kan een negatieve
invloed hebben op het leven in
ons gezin;
3.
Mijn hemofilie is een rem geweest
in een liefdesrelatie.
Allereerst
bestuderen
we
de
antwoorden van de groep ernstige
hemofiliepatiënten per leeftijdscate-
gorie. We zien dat van de gezinnen
met kinderen onder de 18 jaar, 60%
aangeeft het eens te zijn met de eerste
stelling “Intraveneuze inspuitingen zijn
een zware opgave” (stelling 1). Naar-
mate de groep respondenten ouder is,
Leeftijdscategorie
Helemaal
niet akkoord/
Niet echt akkoord
Nogal akkoord/
Volledig akkoord
<18
29%
57%
18-35
46%
46%
36-55
61%
39%
55
+
50%
50%
tabel 1
Tabel 1 Antwoorden op de stelling “Intraveneuze inspuitingen zijn een zware opgave” bij ernstige
hemofiliepatiënten die onder preventieve behandeling staan, volgens verschillende leeftijdscategorieën.