5
Hemofilie
dit geldt voor alle nieuwe concen-
traten, houdt een zeker risico in
voor verhoogde inhibitorvorming en
nieuwe producten dienen dan ook
steeds grondig te worden bestu-
deerd. Eén van de huidig beschikbare
stollingsfactorconcentraten,
dat
sinds meerdere jaren probleem-
loos wordt gebruikt door patiënten
met hemofilie, bevat reeds een
gewijzigde molecule (het B-domein
van factor VIII werd verwijderd).
2.
Stollingsfactoren met hogere
functionele activiteit.
Na transfusie is er een snelle
achteruitgang van de activiteit
van FVIII en FIX. Door “bio-engi-
neering” kan men wijzigingen
aanbrengen in de eiwitten waar-
door ze langer hun activiteit blijven
bewaren. Dergelijke gewijzigde
molecules zijn reeds aangemaakt
in de laboratoria maar worden
tot nu toe nog niet in klinische
studies gebruikt.
Ook hier lijkt
het grootste risico een verhoogde
vorming van inhibitoren door het
wijzigen van de stollingsfactor.
3.
Stollingsfactoren met een
langer half-leven.
De grootste inspanningen worden
momenteel geleverd om door
bio-engineering”
stollingsfac-
toren aan te maken die langer
in het plasma aanwezig blijven.
Hierdoor kan een volwaar-
dige profylactische behandeling
met slechts éénmaal per week
of misschien zelfs éénmaal per
2
weken worden vooropgesteld.
Hiertoe worden die verschillende
technieken ingezet:
a. Koppeling van factor VIII aan
PEG-liposomen. Hierbij wordt
FVIII ongewijzigd gekoppeld
aan PEG liposomen. In labo-
testen en diermodellen leek
hierdoor een langere werkings-
duur van factor VIII te worden
bekomen. De eerste klinische
studies bij patiënten leken ook
hoopvol. Doch in de 2e fase
werd de klinische studie voor-
tijdig onderbroken omwille van
onvoldoende effect.
b. Constructie
van
fusie-
eiwitten. Door factor VIII
of factor IX te produceren
als één geheel, samen met
een ander eiwit of deel van
een ander eiwit zoals albu-