20
Perspectieven
139-4,
december 2000; VandenDries-
sche et al., Proc Natl Acad Sci U S A.
1999
Aug 31;96(18):10379-84.). De
muizen die behandeld werden door
gentherapie hadden een normale
bloedstolling, terwijl de onbehan-
delde muizen, na het toebrengen van
een verwonding, aan onstelpbare
bloedingen bezweken. In diezelfde
periode werden in de laboratoria
in de Verenigde Staten aangetoond
dat ook hemofilie B genezen kon
worden door factor IX gentherapie in
muizen en honden die aan die ziekte
leden (Herzog et al., Nat Med. 1999
Jan;5(1):56-63 & Snyder et al., Nat
Med. 1999 Jan;5(1):64-70).
Ook hebben we recent aangetoond
dat we in rhesus apen het humaan
factor IX in levercellen kunnen binnen-
brengen met verzwakte virussen,
zodat we een vrij hoge productie
van stollingsfactoren in het bloed
kunnen meten (30-40% factor IX).
Ondertussen hebben verschillende
andere gentherapie methodes even-
eens geleid tot stabiele correctie van
de stollingsafwijking in proefdieren.
Hiermee was de basis gelegd voor de
eerste klinische studies.
Een belangrijke vooruitgang werd
onlangs gerealiseerd door het factor IX
gen in de levercellen van patiënten met
hemofilie B binnen te brengen, opnieuw
gebruik makend van verzwakte
viruspartikels als transportmiddel
(
Nathwani et al., N Engl J Med. 2011
Dec 22;365(25):2357-65). Voor de
eerste keer is het
mogelijk
om
na
één enkele gentherapiebehandeling
langdurige productie van het factor
IX eiwit te bekomen in patiënten met
hemofilie B. Factor IX productie
bereikteeenniveauvan4-11%gedurende
6
maanden. Deze therapeutische F IX
niveaus leiden tot een verminderde
bloedingsfrequentie. Bijgevolg kregen
de patiënten ook minder stollingsfactor
prepaten toegediend. Enkel patiënten
die geen inhibitoren vormden na
substitutie-therapie, mochten aan de
klinische studie deelnemen. Het is dan
ook niet verwonderlijk dat er geen
enkele behandelde patient inhibitoren
gevormd had na gentherapie.
Deze stap voorwaarts betekent
weliswaar nog geen genezing. De
factor IX niveaus moeten hiervoor
nog verder opgekrikt worden.
Bovendien
ontwikkelden
deze
patiënten een ontstekingsreactie in
hun lever die moest ingeperkt worden
door additionele behandelingen met
ontstekingswerende middelen. In
onze onderzoeksgroep zijn we actief
bezig om deze beperkingen trachten
te omzeilen en hopelijk een genezing
van hemofilie te kunnen realiseren.
Kunnen we deze klinische resultaten
extrapoleren naar andere bloedings-
ziektes zoals hemofilie A of de ziekte
van von Willebrand? Dit is echter moei-
lijker dan voor het factor IX gen het
geval was, omwille van de grootte van
het factor VIII of het von Willebrand
factor gen en de beperkte “cargo”