16
Perspectieven
De vervangingsbehandeling van
hemofilie
De factor VIII en IX-concentraten
hebben een omwenteling veroor-
zaakt in de behandeling van patiënten
met hemofilie van het type A en B.
De talrijke gevallen van AIDS en van
hepatitis B en C veroorzaakt door
de toediening van de factoren VIII
en IX van plasmaoorsprong (moeten
we herinneren aan het dossier van
het besmet bloed), de dollekoeien-
ziekte of ook nog het immunogeen
risico, hebben geleid tot het op punt
stellen van de recombinante VIII en IX
factoren en vervolgens tot de verfijning
van hun productieprocédé dat verloopt
zonder tussenkomst van enig mense-
lijk of dierlijk eiwit. Ten opzichte van
andere eiwitten onderscheidt de factor
VIII zich door een extreme immu-
nogeniciteit, namelijk de eigenschap
om de ontwikkeling van neutralise-
rende antistoffen te veroorzaken.
Momenteel vormt de ontwikkeling
van inhiberende antistoffen de meest
gevreesde en ernstige complicatie van
de vervangingsbehandeling van hemo-
filie. Ze vermindert niet alleen het
therapeutisch effect van de factor VIII,
maar de behandeling is omslachtig en
leidt tot aanzienlijke kosten (immuun-
tolerantie, bypassing agents…). De
herhaalde overschakeling van het ene
concentraat naar het andere is een risi-
cofactor bij het verschijnen van deze
auto-antistoffen. Dit onderstreept
voldoende dat de immunogeniciteit van
deze geneesmiddelen cruciaal is voor
de veiligheid. Voor de
biosimilairen van de
factor VIII, die in de toekomst zouden
ontwikkeld worden, moet men alles in
het werk stellen om ervoor te zorgen
dat hun immunogeniciteit vergelijkbaar
zal zijn met de momenteel beschik-
bare concentraten. De regelgevende
Europese overheden hebben rekening
gehouden met deze realiteit. Ze hebben
verduidelijkt dat de toestemmingen voor
het op de markt brengen van de biosi-
milairen niet alleen worden afgeleverd
op basis van farmacodynamische en
farmacokinetische studies (generische),
maar ook op basis van klinische studies
bedoeld om de gelijkwaardigheid van de
doeltreffendheid en de veiligheid aan te
tonen.
Dan is er het probleem van de traceer-
baarheid. Inderdaad, de generische
geneesmiddelen worden voorgeschreven
volgens de algemene benaming. Deze
benaming, die nagenoeg geanonimiseerd
is, laat niet toe het biogeneesmiddel dat
de patiënt kreeg te identificeren. De
specialisten van hemofilie en van transfu-
sies zijn zich goed bewust van het belang
om in de patiëntendossiers de karakteris-
tieken van de toegediende behandelingen
te noteren (identificatie van het product,
lotnummer). En vermits de bijwerkingen
bovendien met een zekere latentie
kunnen verschijnen, moeten er precieze
procedures (inbegrepen een plan voor
het risicobeheer) van geneesmiddelen-
bewaking opgezet worden van zodra
de biogeneesmiddelen en hun similairen
beschikbaar worden.