indien wordt geopteerd voor deze interventie. Ongeveer
        
        
          tussen de 15de en de 18de week kan vruchtwater
        
        
          worden verkregen door middel van een amniocentese
        
        
          (
        
        
          het vruchtwater is de vloeistof die de foetus omringt).
        
        
          Dit vruchtwater bevat foetuscellen waarvan het DNA
        
        
          kan onderzocht worden. Het genetisch materiaal dat via
        
        
          deze celstalen wordt bekomen zal voor een reeks
        
        
          onderzoeken worden gebruikt. Eerst en vooral wordt
        
        
          het geslacht van het kind bepaald. Indien het een jongetje
        
        
          is zal men eerst via de directe methode proberen het
        
        
          genetisch defect dat verantwoordelijk is voor de
        
        
          hemofilie binnen de familie te identificeren.Als dit niet
        
        
          mogelijk is, zal men het aangetaste gen testen door
        
        
          middel van indirecte methodes. Men moet zich ook
        
        
          realiseren dat elke ingreep bij een zwangere vrouw een
        
        
          risico inhoudt van een ongewenste beëindiging van de
        
        
          zwangerschap. Dit risico bedraagt minstens 1%. Dit is
        
        
          dus een reëel risico dat absoluut in overweging moet
        
        
          worden genomen tijdens het besluitvormingsproces aan
        
        
          het begin van de zwangerschap. Het is bovendien
        
        
          belangrijk erop te wijzen dat een negatieve diagnose
        
        
          voor wat betreft hemofilie andere erfelijke ziekten
        
        
          helemaal niet uitsluit. Indien het overwegen van een
        
        
          
            Prenatale
          
        
        
          
            diagnose